Vanmorgen bij het ontbijt viel ons oog direct op een interessant artikel…een slijter uit het noorden van het land deelde het en we konden het niet nalaten daar even op te reageren. Hier doen we het nog een keer dunnetjes over.

De schrijvers van het artikel doen in Esquire een oproep aan de NL’se gedistilleerd drinker…”geef Jenever nou eens wat meer liefde”. Een oproep waar we vierkant achter staan. De diversiteit van de verschillende jenevers, de authenticiteit van dat product en het vakmanschap dat nodig is om het te maken worden aangehaald om ons te overtuigen dat Jenever weer een goede kans verdiend. Maar helaas helaas wordt ook het prijsargument er weer bij gehaald…”het is nog goedkoper ook” wanneer het wordt vergeleken met de hippe Gins van nu. En daar graaft de Jenever promotor zijn eigen graf. Wanneer we de prijs als argument voor het drinken van Jenever gaan gebruiken doen we niets anders dan de grote Jeneverproducenten als decennia lang hebben gedaan. Bulk productie draaien om de flessen van een liter voor €8,99 bij de slijter op de plank te hebben staan. De NL’se consument heeft dat product terecht de rug toegekeerd. Het heeft namelijk niets met Jenever te maken…één verdwaalde jeneverbes in een sloot neutrale graanalcohol maakt geen Jenever…!!

Waar de aandacht naar uit moet gaan zijn de kleine ambachtelijke stokers…Die kunnen het verschil maken en die kunnen laten zien dat het ook anders kan. In het artikel wordt verwezen naar ambachtslieden die in Groningen, Amsterdam en Schiedam dagelijks werken aan bijzondere dranken. Ons gevoel zegt dat hier verwezen wordt naar een aantal heel grote producenten die mede verantwoordelijk zijn geweest voor de ondergang van de Jenever. Nu Jenever weer hip lijkt te worden laten zij het oude prijsargument weer nadrukkelijk gebruiken En vallen ze dus in hun eigen zwaard.

Wanneer de Jeneverwereld serieus wil dat er een herwaardering komt van ons gedistilleerd erfgoed (en waarom zou dat niet kunnen) dan zullen ze het over een andere boeg moeten gooien. Je ziet de voorbeelden al wel in de markt…gerijpte Jenevers, Jenevers waar daadwerkelijk een mooi percentage moutwijn in zit of Jenevers op basis van rogge of spelt. Iedereen die een beetje thuis is in deze wereld weet welke stoker zijn/haar product en het ambacht serieus neemt en ver weg blijft van bulk-productie. Alleen over die boeg kan het imago veranderen…Wanneer we in alle communicatie en in het marketinggeweld van de grote jongens opnieuw de prijs tot een belangrijk argument verheffen dat zal de opleving van Jenever van korte duur zijn…

Jenever mag en moet wat kosten! Het staat veelal te goedkoop op de schappen in de winkel. En natuurlijk bulk-geproduceerde jonge jenever kost niets…maar je krijgt ook niets. Maar die gerijpte of die met prachtige moutwijn geconstrueerde jenever mag zich meten met de cognacs of de whiskies. Als we die stoker niets betalen namelijk heeft hij/zij ook nooit de kans zich verder te ontwikkelen en nog mooiere/oudere producten op de markt te brengen. Dus laat je Hollandse zuinigheid eens varen en geef die paar tientjes nu eens niet uit aan “buitenlands gedistilleerd” maar aan oerhollandse kwaliteit.

Onze oproep is dan ook (en we deden het kort geleden ook al toen we wat schreven over de zogenaamde craft-distillers); herontdek ons NL’se gedistilleerd erfgoed…maar laat je niet leiden door de praatjes van de grote jongens. Ontdek zelf, proef, laat je voorlichten bij een goede slijter en zoek de pareltjes die er in Nederland gemaakt worden. En die pareltjes komen zeker niet alleen uit Groningen, Amsterdam of Schiedam.

Wij werken er hard aan om nog dit jaar een mooie Jenever op de markt te brengen. Het succes van Jenever in de toekomst hebben we met elkaar in handen!

http://www.esquire.nl/the-good-life/longform/a7608/waarom-jenever-nu-1-minuut-van-je-tijd-verdient/

We zijn met Wagging Finger nu ruim een jaar onderweg. Tijd voor wat reflectie….

Vorig jaar rond deze tijd lanceerden we ons eerste product, de Wagging Finger Gin Exercise V1.0. Goed ontvangen, trots op, maar pas de eerste in een rij van drie. V3.0 kwam in januari van dit jaar uit en op het moment dat jullie dit lezen is net het laatste distillaat voor onze eerste batch “standaard” Wagging Finger Gin uit de ketel komen stromen. In het afgelopen jaar ook twee onderscheidingen voor onze Gin, zowel in NY als in Berlijn. Het betrof de V2.0 en de American Oak.

We zijn nu formeel toegetreden tot de wereld van de “craft-distillers”. Een prachtige term die te pas en te onpas zwaar misbruikt wordt. Craft-brewers en craft-distillers; toen jaren geleden de kleine ambachtelijke brouwers in opkomst waren (en nog steeds in opkomst zijn….) was duidelijk wat een “craft brewer” was. Dat begon vaak als uit de hand gelopen hobby met als belangrijkste drijfveer de passie voor het product, een kleinschalige aanpak gecombineerd met liefde voor het vak en veel handwerk. Dan ben je in onze ogen een “craft-brewer”. De gedistilleerd wereld bleef niet achter en ook daar zien we veel nieuwe spelers op het toneel verschijnen. Maar heeft de term “craft” niet heel erg aan betekenis verloren? Ik was een paar maanden geleden op een evenement in Rotterdam toen ik een hele nette marketingmeneer van ‘s-lands grootste brouwer met droge ogen hoorde zeggen dat Heineken met de lancering van zijn nieuwe pils zich ook profileerde als “craft-brewer”. Ik kon niet anders dan in lachen uitbarsten…Mijn reactie kon rekenen op een blik vol van onbegrip. Dat was eigenlijk het ergste. De man wist met wie hij sprak, kende mijn achtergrond maar bleef hangen in zijn zorgvuldig voorbereide PR verhaal….

Maar het is niet alleen de bier wereld die moet uitkijken dat een kwetsbaar begrip als “craft” niet ten onder gaat in het grote marketinggeweld van de multinationals. Ook de Schotse distillateurs kunnen er wat van. Je laat als grootste malt-distilleerderij in Schotland wat van je distillaat in vaten lopen waar voorheen bier in heeft gerijpt en je bent ineens experimenteel, hip en heel “craft” bezig. En als er maar een groot genoeg PR-budget is laat je het iedereen nog geloven ook. Let wel, we zeggen daarbij niet dat het product niet deugd, maar de wijze waarop de consument wordt wijsgemaakt dat zo’n mega-bedrijf ineens heel kleinschalig en experimenteel opereert stuit ons tegen de borst. De afdeling “marketing” zag een ontwikkeling en vond dat men daarbij moest horen. Het is een beetje McDonalds die ineens gezond eten gaat verkopen….doe nou gewoon waar je goed in bent of dat nou hamburgers, héél veel goedkope pils of prima single malt whisky is. Maar doe je niet voor als iets wat je niet (meer) bent!

Wagging Finger roept niet van de daken dat we een “craft” distilleerderij zijn. De term is wat ons betreft inmiddels zo besmet en misbruikt dat de verwarring voor de consument compleet is. We zijn gewoon klein, doen veel met de hand, hebben een passie voor het product en het ambacht en we maken het verschil in de smaak van onze producten. En alles wat we doen doen we onder het toeziend oog van “Willemijn”. Zet ze maar naast elkaar. De Gin (of het biertje) van de kleine producent en de bulk productie van multinational X….geef na het proeven maar een kwalificatie aan je voorkeur…
Gelukkig weten velen van jullie hoe de marketing-vork in de steel zit. Jullie onderscheiden vrij gemakkelijk flauwekul van een oprecht verhaal.

Steun de kleine ondernemers. Of dat nou Wagging Finger is of Kalkwijck of Eaglesburn of Sculte of Schouten of één van die vele anderen die allemaal, tegen stroom in, hard werken om hun droom waar te maken.

Proost!!